2. Het IJsselmeer brengt een lichaam: Thomas Fraser McCrorie

Aan de kust bij ons dorp werd het lichaam gevonden van een militair. Het water van het IJsselmeer, had hem hier bij land gebracht. Natuurlijk waren de Duitsers er meteen bij. Zij wilden hun gegevens hebben, maar op uitdrukkelijk verzoek van de dorpsbewoners stonden zij toe dat de militair begraven mocht worden in Molkwerum. Veelal bij het vinden van gesneuvelden gaven de Duitsers de plaatselijke (semi-) overheid opdracht om het begraven te regelen. Nu mocht dus het dorp dit zelf doen. Er werd een gedenkdienst gehouden in de kerk en daarna volgde de ter aarde bestelling op 7 juli. Het moet de Duitsers vast geraakt hebben, hoe de Molkwerumer bevolking, deze militair met zoveel eer en respect een begrafenis heeft gegeven. En het weerhield dominee Lieftink niet om tijdens de uitvaartdienst het Engelse volkslied: "God Save the Queen" voor te dragen. De Duitsers bleven op respectabele afstand en hielden zich stil.

Hier werd begraven, een jongeman van 26 jaar oud. Zo eindigde zijn leven. Eén van de miljoenen militairen die hun leven gaven in deze wrede oorlog. Om ons te bevrijden van de onderdrukker. Wie toch was hij?


Flight Lieutenant Thomas Fraser McCrorie
Flight Lieutenant Thomas Fraser McCrorie


Het bleek te gaan om de piloot van een Short Stirling Bommenwerper. Flight Lieutenant Thomas Fraser McCrorie. RAF is de afkorting van Royal Air Force. Dit was de Britse Luchtmacht. VR betekende dat hij Volunteer, dus vrijwillig militair was.

Geboren op 24 januari 1917 in Ayr in Schotland. Zoon van John Andrew McCrorie en Margaret Fraser. Thomas had twee broers. Tom kreeg zijn opleiding aan de Morrison's Academy in Schotland, een zeer gerenommeerde school voor leerlingen van 3-18 jaar.

Zijn vader emigreerde in 1921 naar Portugal. Men neemt aan dat Tom zich herenigde met zijn familie in Portugal toen hij ongeveer 17 jaar was. Hij was een getraind sportman en een bekende binnen de club van buitenlandse en lokale zakenclubs in Oporto. De dossiers van de RAF vermelden dat Tom werkte voor de FBI en The New York Times.

Eén van de bezoekers van de gemeenschap in Oporto was een jonge dame uit het dorpje Broom dat vlakbij de plaats Stratford-upon-Avon ligt, in Engeland. Haar naam was Joan Holder. Joan kwam vaak op vakantie naar Portugal, samen met een vriendin, tot aan de oorlogsverklaring in maart 1940.

De Havilland Tiger Moth
De Havilland Tiger Moth

In 1940 ging Tom terug naar Engeland en ging in dienst bij de Royal Airforce (RAF) en begon met een training als piloot bij het no. 1 EFTS op RAF Hatfield op 7 december 1940.

Hij begon met het leren vliegen in een "Tiger Moth"

Na een 12 uren vliegervaring vloog hij op 8 januari 1941 voor het eerst solo.

RAF Hatfield tijdens WOII
RAF Hatfield tijdens WOII


RAF Hatfield tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hatfield was gestart in 1930 en kreeg meer betekenis met de komst van vliegtuigbouwer George de Havilland in 1933. De Havilland had vele vliegtuigen ontworpen waaronder de Tiger Moth. Bijna alle piloten in die tijd begonnen hun vliegopleiding in een "Moth" Veel van de talrijke vliegvelden in de tweede wereldoorlog zijn verdwenen. Ook RAF Hatfield.







Op de tegenwoordige foto hiernaast zijn nog enkele lijnen van het oude vliegveld terug te vinden, maar bijna de helft is nu bebouwd.

Het huidige Hatfield, grotendeels bebouwd
Het huidige Hatfield, grotendeels bebouwd

Op 12 maart 1941 ging Tom over op het trainen in een Avro Ansons met het no. 12 FTS op het RAF Grantham. Op 8 juli 1941 vloog Tom voor het eerst in een Wellington bommenwerper op het 21 OTU (= Operational Training Units) op het vliegveld van RAF Moreton-in-the-Marsh.

Moreton-in-the-Marsh was minder dan 35 kilometer van het dorpje Broom. Toms training was klaar op 22 augustus 1941.

Gedurende de zomer van 1941 ondernam Tom vele pogingen om met Joan in contact te komen. Hij had haar 2 jaar niet gezien. Uiteindelijk vond hij haar op een avond in een café "The Four Alls" in het dorp Welford dat niet zo ver van Stratford-upon-Avon ligt.

Tom en Joan kregen speciale vergunning om te trouwen in Alcester op 31 augustus 1941 en daarna kwam Tom bij zijn eerste "Operational Squadron" -No 101- op 4 september 1941 op RAF Oakington (later bekend als Long Stanton) en hij vloog in Wellington bommenwerpers. Samen als man en vrouw woonden ze eerst samen in een gehuurd onderkomen op een boerderij vlak bij het vliegveld RAF Oakington.

Tom vloog bij het 101 squadron tot november 1941 en voerde meer dan 40 uur aan vliegacties uit bij bombardementen op Cherbourg, Keulen, Le Havre, Oostende en Stettin. Door vijandelijk luchtafweergeschut en problemen met zijn radar, werd hij in ieder geval twee keer gedwongen noodlandingen te maken op RAF Manston en RAF Malling, waaruit paniekerige berichten volgden naar de boerderij in Cambridgeshire om te vertellen dat Tom zijn terugkeer was onderbroken.

Toen ging Tom bij het No. 40 Squadron -Wellington Bombers- op Malta op 1 december 1941. Daarnaartoe was een vlucht van 10 uur, met vijf bemanningsleden. Vanaf Portreath een route langs de Scilly eilanden, Kaap Roca (toevallig aan de Atlantische kust van Toms tweede thuisland, Portugal) via Kaap Trafalgar naar Gibraltar. In het logboek staat; Een prima reis- geen snelheidsmeter- prima navigatie.

De volgende etappe van Gibraltar naar Malta was spectaculair. Ze startten in de nacht van 5 december, maar al na tien minuten vliegen hield de apparatuur er mee op. Ze zonden een SOS uit en keerden zo snel mogelijk naar Gibraltar terug. Het logboek doet het memorabele verslag; De eerste nachtlanding van een Wellington Bommenwerper op het vliegveld van Gibraltar. Familie herinneringen geven een indicatie dat er nog slechts een klein metertje ruimte over was aan het eind van de landingsbaan toen het vliegtuig tot stilstand kwam (het vliegveld van Gibraltar kent geen ruimte voor en na de landingsbaan. Bij een doorschieter waren ze in zee gestort, red.) Tom vloog de volgende dag naar Malta. Hij voerde daar 38 acties uit met het 40e squadron tussen december 1941 en 20 februari 1942 met bombardementen op Tripoli in Noord-Afrika, Patras in Griekenland en verscheidene doelen in Italië, onder andere op Catania, Comiso en Taranto.



De Vickers Wellington werd vooral in het begin van de oorlog gebruikt voor nachtoperaties. Later werden ze gebruikt voor ondersteunend werk, zoals onderzeeërs opsporen en mijnen onschadelijk maken

Tegen het einde van februari 1942 verhuisde het squadron naar India, maar Tom had zijn tijd volbracht. Na een lange vertraging, ging hij op weg naar Cairo. In Cairo had hij een ontmoeting met zijn broer Jack, die ook bij de RAF was. In die tijd van zijn afwezigheid werd zijn zoon Robert geboren. Begin mei 1942 kon hij terug naar Engeland komen, met een vlucht van Pan American Airways via Heliopolis, Karthoum, Kano en Lagos

Vermeldingen in zijn Logboek geven aan dat hij op 19 juli 1942 bij de No 12 OTU (Operational Training Units) ging op Chipping Warden. Hij vloog daar in Ansons, Oxfords en Wellington bommenwerpers MK 3. Deel van de opdracht was om met een soort parachute, doelen uit te zetten, zodat andere piloten daarop konden richten. Zijn vluchten waren dikwijls heel laag over het dorpje Broom in Warwickshire. Joan genoot hier enorm van. De oudere dorpsbewoners minder.


In de herfst van 1942 werkte Tom mee aan vijf radio-uitzendingen van de BBC voor Portugese luisteraars. Hij was gevraagd te helpen, om te vertellen over de verschillende vluchten van de bombardementen op het vijandelijke gebied. Hiervoor werd hij betaald met een bedrag van zes pond per keer, waarvan hij de helft ook nog moest afstaan aan het Ministerie van Luchtvaart!

Door zijn tijd in Portugal sprak Tom Portugees als zijn tweede moedertaal en kon hij de Portugese luisteraars bijpraten over de Engelse luchtacties.

Tom verliet de No12 OTU op 1 mei 1943 voor een welverdiende vakantie van drie weken samen met zijn vrouw en jonge zoon, Robert. Daarna ging hij bij de No. 1657 Conversion Unit op 26 mei en daarop, tot 11 juni, vloog hij bijna twee weken lang, veertig uren in Stirling bommenwerpers. (Een conversion Unit was een opleiding en training om net zo goed te leren vliegen met een nieuw type als met het type waarin men gewend was te vliegen. Ook waren de trainingen bedoeld om nieuwe bemanningsleden goed op elkaar af te stemmen. red) Het vliegen van een viermotorige Stirling was anders dan de tweemotorige Wellington, maar binnen een paar weken had Tom het onder de knie. De Stirling bommenwerper was groter en trager dan hij gewend was. Daarom had Tom het niet bijzonder op de Stirling staan, maar je had niet te kiezen. Tom heeft in totaal circa 700 uur op operaties (gevechtsmissie) gevlogen.

Het laatste gedeelte uit Toms Logboek ontbreekt. Bij de No 1657 Conversion Unit schijnt het een algemeen gebruik te zijn -en is misschien nog wel zo dat je pas later bij meer tijd je verslagen bijwerkte. Vanuit meerdere bronnen blijkt dat er ook bij het 75th squadron de eerste helft van juni telkens getraind is. Er zijn eigenlijk geen missies bekend. Op 19 juni 1943 is dan de eerste actie van Tom met een voor hem compleet nieuwe bemanning. Behalve dan de staartschutter, want de voor hem bekende 'Scotty' vergezelt hem nog deze vlucht. Zijn bemanning was samengesteld uit militairen met ervaring. Allen hadden ze ruim hun sporen verdiend met diverse acties boven vijandelijk gebied.

Piloot: Flight Lieutenant TF McCrorie RAF

Navigator: Flying Officer W Stuckey RAF (2e piloot)

Telegrafist/ schutter: WO RD Tod RCAF

Telegrafist/ schutter: WO RE Tod RCAF

Bommenrichter: Flight Sergeant JL Richards RNZAF

Boordwerktuigkundige: Sergeant E. Grainger RAF

Staartschutter: - F/S R.C. Scott, RAFVR 96 (Later dus Sgt. Raymund Anthony Kennedy - RAFVR)