10. De bemanning. De na-geschiedenis

Nummer 27 op die lijst van neergeschoten vliegtuigen door Vinke, precies de helft, is onze Stirling, de EH889 met onze piloot Thomas McCrorie en zijn bemanning. Zijn ervaren bemanning. Op 11 juli zou hij met verlof gaan en samen met vrouw en kind op vakantie gaan. Wat zal er door hen heen gegaan zijn deze terugweg. Het levert veel vragen. Als reeds gezegd wat deden ze daar? Ze waren ver buiten hun route. Vanaf Newmarket over Noordwijk, via Bocholt naar Mulheim en weer terug.

Vaak waren er markeringspunten. Ook het weer was niet heel slecht. Voor een ervaren bemanning moet er een reden geweest zijn, maar we kunnen slechts gissen wat er gebeurd is. Had Tom gekozen voor het IJsselmeer als ontsnappingsroute, omdat daar minder luchtafweer geschut was? Had hij hoogte verloren omdat er motoren waren uitgevallen? We zullen het wel nooit te weten komen.

In elk geval staat vast dat ze gesignaleerd werden. Misschien door de radarpost op het Duitse kamp Sondel, of misschien ook wel door de radar die Vinke zelf aan boord had. Het vliegtuig vormde vast niet meer een moeilijke prooi voor het zware geschut wat standaard aan boord was van de Messerschmitt. Na de confrontatie crashte het vliegtuig in het IJsselmeer. Op een afstand van zo'n zes kilometer oostelijk vanaf Den Oever.

Als je vanaf Friesland over de Afsluitdijk rijdt dan kom je vlak voor Den Oever het standbeeld van Lely tegen. Als je daarvandaan in zuidelijke richting kijkt ben je vast niet heel ver van de plek waar de crash plaatsvond. Alle bemanningsleden kwamen om en verdwenen in het water van het IJsselmeer. Slechts vijf mannen werden door het water weer aan het land teruggeven.   

GEBROEDERS TOD

Na de crash in het IJsselmeer werden de lichamen van beide broers gevonden aan de kant van Noord-Holland. Richard Tod spoelde op 1 juli aan bij Andijk en werd daar eerst begraven. Robert Tod spoelde aan op 6 juli 1943 bij Medemblik en werd ook aldaar begraven.

Als moeder Mary Edith een paar dagen later in de tuin bezig is wordt ze daar met een telegram op de hoogte gesteld van de vermissing. Als ze hoort van het waarschijnlijke lot van haar beide jongens, uit ze haar pijn in een schreeuw van ongeloof en diep verscheurend verdriet. Ze heeft ontzettend veel moeite om het te verwerken evenals ook de gehele familie er enorm door aangeslagen wordt, zo verklaarde een familielid een aantal jaren geleden in een Canadese krant. 

Hun broer John was bij de infanterie en landde op D-Day op Juno beach in Normandië. Onder een foto van Ernest en Douglas in een Canadese krant bij een "waarschijnlijk gesneuveld" staat een opvallende tekst: "Tweelingbroers van Corp. Johnny Tod, die in zijn ééntje 27 Duitse soldaten gevangen nam"

Deze John is aan het eind van de oorlog met zijn motor naar Noord-Holland gereden omdat hij wist dat zijn beide broers daar begraven lagen. Hij vond dus Richard Douglas op een begraafplaats in Andijk en Robert Ernest op een begraafplaats in Medemblik. In een gezamenlijk overleg is Richard herbegraven naast zijn tweelingbroer. Weer herenigd en nu weer onafscheidelijk naast elkaar. In 1962 komt hun moeder over uit Canada om de graven te bezoeken. 



WILLIAM STUCKEY

Na de crash op 23 juni, wordt Stuckey pas op 24 juli gevonden. Het is niet bekend wie Stuckey heeft gevonden. Maar zijn lichaam spoelde aan tussen Gaast en Ferwoude, aan de Friese kust. De autoriteiten, Duitsers en politie werden verwittigd en zo werd het gebruikelijke proces op gang gebracht. Een Duitse arts en een officier bekeken het lichaam en speurden naar informatie.

Die werd waarschijnlijk ook gevonden. Misschien door middel van de 'bloodchit'* die militairen altijd geacht werden in hun kleding mee te dragen, waarop hun gegevens vermeld stonden. Men wist namelijk direct dat het om een officier ging, met de naam 'W.Stuckeij'

[*zie ook het verhaal van Joan McCrorie]

Van deze vondst werd een formulier opgetekend. Dat heette een 'verlustmeldung' ('verlust'betekent letterlijk vertaald 'verlies') Het formulier was naast de melding van een omgekomen militair, ook bedoeld om opgeslagen te worden in het gemeentelijk archief. In het geval van Stuckey, werd het Duitse formulier door een Nederlandse politieman ingevuld. Hij heeft dus ook meteen ingevuld dat het om W.Stuckey ging. Gevonden op 24 juli dus, een maand na de crash. Een lichaam vertoonde dan al behoorlijk sporen van de elementen. Dit wordt ook beschreven in de Verlustmeldung. Ons rest respect voor de mensen die zo een lichaam dan zo zorgvuldig mogelijk probeerden te bergen. Nadat eerst de Duitse arts het lichaam had bekeken en de dienstdoende officier de voor hem interessante gegevens had bemachtigd, werd officieel de burgemeester opdracht gegeven om het ter aarde te bestellen, maar deze droeg dan de taak op aan een daarvoor aangestelde ambtenaar.

De Verlustmeldung vertelt verder nog: Dienstgrad: officier, erkennungsmarke: nr. 51042 müss unbedingt angeschrieben worden. Nationalität: British. 'Geburtstag', 'Geburtsort' en 'Todestag': 'Unbekant'

Todesort: IJsselmeer. Flugzeug abgeschossen Het politierapport vermeldt verder dat Stuckey gevonden is op 24 juli aan de oever van het IJsselmeer onder behoor van het dorp Ferwoude. Den 25sten juli is dit vervolgens op de begraafplaats te Makkum ter aarde besteld.

Politierapport dd 25 - 7 - 1943, op 27 juli ten gemeentekantore te Witmarsum bekrachtigd

Het formulier werd ondertekend door de burgemeester

Een ander archief doet melding van de begrafenis

Heden zondag 25 jul 1943 omstreeks 12.45 uur is te Makkum op de algemene begraafplaats bij de Ned. Herv. kerk ter aarde besteld het stoffelijk overschot van een Engelse vlieger afkomstig of gevonden op De Zuidwaard ten Z.W. van Gaast

Naam W. Stuckeij

R.A.F.-officier C.E.

no. 51042

Bijgezet in graf no.31 ry O. Noordzijde.

Er waren aanwezig Dir: DS Touwen, F.Bergsma, Politie en H.v.d.Meer

En twee soldaten van de Duitse weermacht.

De uitvaart wordt dus geleid door Ds. Touwen. De ene strijder tegen het onrecht wordt begraven door de andere strijder tegen het onrecht. Deze dominee had namelijk samen met een collega en de plaatselijke pastoor een grote verantwoordelijkheid genomen in het onderbrengen van vele onderduikers in de Zuidwesthoek. Ook zelf schonk hij onderdak aan een onderduiker: de 14-jarige joodse Rivka Philipson. Ook was hij één van de prominente leiders van het verzet.

Op dezelfde dag als het neerstorten van 'onze' bommenwerper, was er een andere belangrijke verzetsman, meester F. van der Velde uit het nabije Skuzum opgepakt door de SD. Dus ten tijde van de begrafenis ruim een maand later moet Touwen nog volop in onzekerheid hebben gezeten omtrent het lot van zijn verzetsmakker. In augustus doet hij een poging om van der Velde vrij te kopen. Hij reist daarvoor naar Leeuwarden. Door zijn actie maakt hij zichzelf daarbij verdacht en wordt gearresteerd. Vanuit de arrestatie-plaats Leeuwarden wordt hij overgebracht naar het beruchte Scholtenshuis in Groningen. Hier krijgt hij zware ondervragingen te doorstaan. Heimelijk wordt hij via de achterdeur afgevoerd samen met een andere verzetsstrijdster Cornelia Johanna van den Berg - van der Vlis (schuilnaam Annie Westland). Ze worden op de heide bij Vries in Drente doodgeschoten. Wederom iemand die zijn leven gaf in de strijd tegen het kwaad. Zijn vrouw Anna Touwen ging gewoon door met het verbergen van en hulp geven aan (Joodse) onderduikers. Anna mocht 88 jaar oud worden. Zowel zij, als haar man ontvingen van het Israëlische holocaustcentrum Yad Vashem de eretitel Rechtvaardige onder de Volkeren. 

                                                         William Stuckey (1913 - 1943) was getrouwd met Peggy Sewell. 

Toen zij het bericht kreeg dat William omgekomen was is ze later getrouwd met zijn oudere broer Edward (1910).

Zij mochten samen optrekken tot 1981. Toen overleed Edward. Peggy overleed op 29 januari 2000 in Stevenage, Hertfordshire, Engeland 







563586 - 51042 - Pilot officer - Navigator William Stuckey

MID - RAF - 

Age 29 - KIA - Makkum Churchyard - Grave O-31


RICHARD ANTONY KENNEDY

Rapport Duitse Dienststelle Feldpost L23361 [*3]

Als gezegd had Kennedy langere tijd met Stuckey in dezelfde bemanning gevlogen. Vanaf november 1942 hadden ze samen al vele missies gedaan onder bevel van piloot F/L Frank Albert Sandeman. Zoals in het voorgaande al vermeld is Kennedy op het laatste moment voor deze missie in de plaats gekomen van de 'Reargunner' F/S R.C. Scott. In het Gemeentearchief van Wieringermeer wordt geen melding gemaakt van het neergekomen vliegtuig of het aanspoelen van het lichaam van R.A. Kennedy. Daarentegen is er wel een Duits rapport waarin melding gemaakt wordt van het aangespoeld lichaam.

  In dat rapport wordt gemeld: Engl. Flieger Sergeant R.A. Kennedy Erk.-Marke: I003148 RAF.R.C. gefallen am 24.7.1943, die See (Wieringermeerdijk / IJsselmeer) gab die Leiche bei Kilometerstein 10,30 um 07.30 frei. Het lichaam van Kennedy is dus even als dat van Stuckey een maand na het neerstorten, aangespoeld. Ook aan de noordelijke oever van het IJsselmeer. Maar dan recht tegenover elkaar. Stuckey bij Makkum en Kennedy bij Wieringen. Het lichaam van Kennedy werd dezelfde dag begraven op de begraafplaats Middenmeer. In het rapport wordt er opdracht gegeven door de bezetter aan de burgemeester om het graf te voorzien van een Grabkreuz met de tekst: Hier Ruht eine Englische Flieger: R.A. Kennedy, na de onderwaterzetting heeft de gemeente de stoffelijke resten verplaatst naar de ingang van het kerkhof en heeft de Engelse gravendienst er een steen bij geplaatst. Kennedy ligt helemaal links naast 8 andere geallieerde vliegers.

- Age 28 - KIA - Middenmeer Cemetery - Grave 1448


JAMES LEONARD RICHARDS

Op 23 juni, de dag meteen na de crash, schrijft de 'Wingcommander' van het 75e Squadron aan moeder Jessie Richards, een brief.

Geachte mevrouw Richards,

Het spijt me ten zeerste, dat ik een brief moet schrijven met zo een betreurenswaardige boodschap. Uw zoon voelde zich snel thuis in mijn squadron. Hij maakte veel vrienden door zijn vrolijk en behulpzame karakter. Hij had ruimschoots bewezen een kundige en efficiënte "airbomber" te zijn. Eén die altijd enthousiast was om zichzelf en zijn kundigheid te verbeteren.

Zijn verlies (wat tijdelijk is, zo bid ik) is een zware klap voor het squadron, voor de luchtmacht en voor de goede zaak, waarvoor hij zo nobel vocht.

In de nacht waarin hij het niet redde om terug te keren, was hij op zijn vijfde missie voor dit squadron. De bemanning waar hij deel van uitmaakte, had tot opdracht een aanval uit te voeren op een zwaar verdedigd doel, diep in Duitsland. Nadat het vliegtuig de basis had verlaten is geen bericht meer van hen vernomen, dus hebben we ook geen idee wat de oorzaak is van hun verdwijning. Wetende echter van de uiterst efficiënt werkende bemanning, van de deskundigheid en vastberadenheid van hun gezagvoerder, hoop ik dat we de komende weken bericht zullen krijgen dat ze allen veilig zijn en wellicht krijgsgevangen zijn geworden. Alle nieuws wat daarover binnenkomt, zal meteen naar u worden doorgestuurd.

Ondertussen zullen alle persoonlijke bezittingen van uw zoon opgenomen worden in een lijst en veiliggesteld worden door het Centrale Comité van Adjustment, Colnbrook, Slough. U zult ze ontvangen nadat de benodigde formaliteiten zijn afgehandeld.

Alstublieft, aanvaard uit alle rangen van ons squadron, ons diepste medeleven tijdens deze tijd van intens verdriet en ondraaglijk wachten. Wij bidden samen met u voor zijn veiligheid en welzijn.

Hoogachtend, T.Nessbit

Wing Commander, Commanding No. 75 (NZ) Squadron, R.A.F.

Op een militaire historische site staan een document met een wilsbeschikking, die James Leonard heeft opgesteld bij zijn aanmelding bij de RNZAF. Kennelijk moesten militairen bij hun aanmelding een dergelijke verklaring opstellen. In de verklaring draagt hij in zijn wilsbeschikking alles op aan zijn vader, Edward, wanneer hij om zou komen. Ook staat er op deze site, dat deze wilsbeschikking in het jaar 1945 ten uitvoer is gebracht. Deze uitvoering van de wilsbeschikking was gebaseerd op een bijgevoegde overlijdensverklaring van 5 oktober 1944. Daarop staat vermeld de naam: James Leonard Richards, geboren in Rakaia, (Nieuw-Zeeland) voormalig tractorchauffeur uit Metven, thans Flight Sergeant bij de New Zealand Royal AirForce was, onderdeel van de RAF. Hij was de zoon van Henry Edward en Jessie Elizabeth Richards (geboren Tait). Henry Edward Richards was boer in Metven, Canterbury, New Zealand.

Door de RAF, in London, is in februari 1944 een verklaring gestuurd aan het hoofd van de RNZAF in Wellington, dat James Leonard tijdens actie vermist is geworden en dat aangenomen wordt dat hij is omgekomen.

In januari 1945 wordt de wilsbeschikking gerechtelijk ten uitvoer gebracht.

Om op een gepaste en correcte wijze, de kwesties rondom vermiste en waarschijnlijk omgekomen militairen af te handelen, werd in januari 1944 nogmaals een brief verstuurd in opdracht van het Britse 'Airministry'.

Geachte mevrouw Richards,

In overeenstemming met de wijze van onderzoek naar alle bronnen bij een vermist Luchtmacht personeelslid, heeft het Britse Ministerie van Luchtvaart ons departement opdracht gegeven om met u in contact te treden, om er zeker van te zijn, of u ook op enige wijze nieuws hebt vernomen over de welgevallen van uw zoon James Leonard Richards, sinds zijn vermissing van 22 juni 1943.

Het moge verwacht worden dat bij afwezigheid van dergelijke informatie, het 'Ministry' stappen onderneemt tot aanname van uw zoon 's dood en het spijt mij ten zeerste dat deze route nu ingezet moet worden, gezien het noodzakelijke van de omstandigheden. Mijn verlangen is om u te verzekeren dat ondanks alles, we er alles aan zullen doen om te achterhalen wat er gebeurd is.

Ik zou dan ook dankbaar zijn, om van u te vernemen, of u nieuws uit andere bronnen heeft ontvangen, waar in het wel en wee van uw zoon verteld wordt, sinds de dag dat hij als vermist gerapporteerd werd. Die informatie zal ik doorgeven aan het ministerie en met wat hun reactie is zal ik u zo snel mogelijk weer op de hoogte brengen.

Alstublieft, aanvaard mijn persoonlijk medeleven en diepste spijt,

Hoogachtend, T. A. Barrow, Secretaris Luchtvaart

De twee geciteerde brieven werden toegevoegd aan de uitvoering van de wilsbeschikking van James Leonard. Zijn moeder moest ook tekenen voor het feit dat ze deze brieven had ontvangen, samen met het feit dat haar zoon frequent met haar had gecorrespondeerd tót het moment van zijn vermissing en daarna niet meer. Datum 14 december 1944

Nadat Flightsergeant Observer J.L.Richards als vermist werd opgegeven heeft zijn moeder, ook al bestond het sterke vermoeden dat hij was omgekomen, over een periode van drie jaar, nog met regelmaat oproepen gedaan in de Nieuw Zeelandse kranten om opheldering. Zo sterk is de hoop en liefde van een moeder en zo zeer werd hij gemist door zijn familie waaruit hij was weggenomen.

Glynn Farm, de boerderij waar Jim opgroeide tot een jongvolwassene is nog steeds eigendom van de familie Richards. Het wordt momenteel gerund door Jim's neef Tom en zijn vrouw, nadat ze het hadden overgenomen van Jim's oudste broer. Deze Tom is het enige familielid dat Jim's grote interesse in luchtvaart heeft geërfd en hij heeft zelf een privévliegbrevet behaald en een niet-geregistreerde 1200 meter lange landingsbaan op de boerderij aangelegd. Het huis is zo nu en dan opgeknapt en goed verzorgd, Hier worden Jims-medailles en memorabilia veilig bewaard. Tot op de dag van vandaag wordt Jim herinnerd als een vrolijke en getalenteerde jongeman en de hele familie voelt zich vereerd, dat zijn heldhaftigheid deel uitmaakt van de familiegeschiedenis.

404946 - Flight Sergeant. - Bomb/Aimer - James Leonard Richards - RNZAF - leeftijd 25 jaar - MIA - Missed In Action) geen graf bekend - vermeld op het Runnymede Memorial - Panel 199 en op een gedenkteken in Nieuw Zeeland, dat vermeld staat op de site van het Auckland museum


ERIC GRAINGER

Zowel Sgt James Leonard Richards als ook de tot nu toe onbekende Sgt Eric Grainger zijn nooit weer (herkend) teruggevonden. Eric Grainger was de boordwerktuigbouwkundige van de Stirling. Officieel staan beide opgegeven als vermist, MIA (missing in action). Ook Eric's naam wordt alleen vermeld op Runnymede Memorial, het luchtmacht herdenkingsmonument in Engeland. Op het monument worden 20.456 (!) namen vermeld van mannen en vrouwen die nog steeds vermist zijn.

625045 - Sgt. - Flt. Engineer - Eric Grainger - RAF - Age 21 - MIA - no known grave - Runnymede Memorial - Panel 151 SON OF WILLIAM HENRY AND MYRA GRAINGER


Op de kaart hieronder zijn de globale locaties van de graven van vijf bemanningsleden aangegeven. De ster op de kaart de geeft globale crash locatie van de Stirling bommenwerper aan. Tijdens de oorlog zijn de aangespoelde gesneuvelden begraven in de gemeente waar de lichamen aanspoelden. Na de oorlog heeft de Engelse gravendienst op de graven een officiële grafsteen geplaatst.


Bij de ster globaal de vliegtuigcrash

Bij (Andijk) Medemblik: de gebroeders Todd.

Bij Wieringen: Kennedy

Bij (Ferwoude) Makkum: Stuckey

Bij Molkwerum: McCrorie