5. James Leonard Richards

James Leonard Richards
James Leonard Richards



James (Jim) Leonard Richards was de zoon van Henry Edward en Jessie Elizabeth Richards en kwam uit Methven, een dorp in een agrarische streek in Canterbury, Nieuw-Zeeland. Zijn persoon is nog steeds een zeer levende herinnering in de familie. Jim's zuster herinnert hem als een slimme en goedhartige jongen. Zij was vaak het doelwit voor zijn liefde om te worstelen. Ook herinnert ze zich zijn pogingen om saxofoon te spelen. Ze vertelt dat hij daarbij niet meteen op kan scheppen over zijn bekwaamheid. 

Familiefoto, Jim op de achterste rij, derde van links
Familiefoto, Jim op de achterste rij, derde van links

Al van kinds af aan had Jim een sterke passie voor luchtvaart. Het gebeurde niet vaak dat er vliegtuigen overkwamen vliegen, maar als het gebeurde dan rende hij uit de les naar buiten en zocht een plek waar hij het vliegtuig kon zien. Hij keerde pas terug in de les als het vliegtuig niet meer te zien was. Deze passie hield hem bezig. Als hij op de boerderij aan het werk was dan liet hij alles vallen waar hij mee bezig was op het moment dat er een vliegtuig in aantocht was. Hij bleef zo lang mogelijk het vliegtuig observeren. Het gebeurde eens dat Jim en zijn oudste broer bezig waren om de schapen te sorteren in aparte vakken toen Jim de geluiden van een naderend vliegtuig hoorde. Hij rende weg om naar het vliegtuig te kijken. Tot grote frustratie van zijn broer liet hij de hekken openstaan, waardoor de schapen konden ontsnappen en allemaal weer door elkaar liepen, zodat ze weer helemaal opnieuw moesten beginnen. In 1935 begon Jim zelfs met een studie vliegtuigbouw en onderhoud. Het leidde er zelfs toe dat hij in het uiterste geheim op de boerderij begon aan de bouw van een eigen vliegtuigproject -een in Frankrijk ontworpen 'Flying Flea'- Maar het werd ontdekt door vader en daarmee kwam er een abrupt einde aan zijn project.

Toen de oorlog uitbrak, meldde Jim zich snel aan bij de RNZAF. Het heeft vast meegeholpen dat dit een betaalbare manier was om zijn studie voort te zetten en zijn droom om te vliegen te verwezenlijken. Nu was het wel zo dat het niet allemaal even gemakkelijk ging. Omdat hij in zijn jonge jaren niet echt heel veel met school op had en liever op de boerderij aan het werk was, kwam hij met zijn basisschool opleiding te kort in de lesstof. Hij heeft toen via avondstudie de vaardigheden in wiskunde, trigonometrie etc. allemaal behaald met een prima score. Men had een gezegde bij de RAF: 'Iedereen kan die dingen vliegen, maar weinigen kunnen het doel precies raken en daarna veilig thuiskomen'

Zoals de meesten, geloofde hij dat de oorlog van korte duur zou zijn en dat het over een paar maanden voorbij zou zijn en hij spoedig naar huis zou terugkeren. Vlak voordat hij naar het buitenland werd gestuurd, ploegde hij een stukje land om en zei tegen zijn vader dat hij het zou afmaken bij zijn terugkomst. Toen bleek dat Jim vermist was, bleef het stukje land onaangeroerd tot het einde van de jaren vijftig.

Toen Jim naar het buitenland ging, liet hij ook zijn verloofde achter. Zelf nam zij later deel aan de verpleeg-inspanningen aan boord van een hospitaalschip van het Nederlandse Rode Kruis.

Jim was van beroep tractorchauffeur, zo staat op zijn aanmeldingsformulier van de Royal New Zealand Air Force.

Voorjaar 1941 vinden we samen met vele anderen, zijn naam op de passagierslijst van een groot schip met de naam 'Awatea'. Dit schip brengt hem naar Canada, waar de RAF veel mensen opleidde.

(De Awatea was sinds 1939 gevorderd als schip voor het transport van de geallieerde troepen. En heeft dan ook vele militairen overal ter wereld op plaats van bestemming gebracht, waaronder dus Richards naar Canada. Het schip had twee schroeven, aangedreven door zes stoomturbines, waarmee ze een snelheid van ruim 40 km per uur kon halen. In 1942, na het brengen van geallieerde troepen in Algerije, wordt ze op de terugtocht aangevallen door een aantal vliegtuigen van Luftwaffe Kampfgeschwader 77. De bemanning biedt hevig weerstand, met het geschut aan boord, tegen de aanvallende vliegtuigen. Maar de Awatea wordt geraakt door twee torpedo's, waardoor brand ontstaat. Op het dek valt een bom, maar deze ontploft niet. Echter het vuur is niet te doven en als het vuur de bom omsluit komt deze alsnog tot ontploffing. Dit betekent het einde van het schip en ze zinkt in het water van de Middellands zee. [Bron Wikipedia])

Als Richards in Canada arriveert, komt hij eerst op de 'Airobserver school' in Prince Albert; Course 1, class 38. Hij slaagt hiervoor op 25 oktober 1941.

Daarna gaat hij naar de 'Bombing en Gunneryschool' en leert met de benodigde apparatuur, het moment te bepalen om de bommen los te laten. Dit gebeurde liggend op je buik, kijkend door een glazen koepeltje, voor, onder in de neus van het vliegtuig. Je had dan rechtstreeks contact met de navigator en de piloot, om het doel op de goede manier te benaderen. De koers, hoogte en de snelheid bepaalden het moment van bombarderen.

Als Richards deze opleiding heeft afgerond, volgt hij nog een opleiding aan de Air Navigation school in Rivers, Manitoba.

RAF Opleidingen in Canada

De Engelse RAF had een nauwe samenwerking met o.a. de Luchtmacht van Canada, Nieuw-Zeeland en Australië, onderdeel van de 'Commonwealth'

Veel 'Common wealth' militairen kregen een opleiding in Canada. Hier kon ongestoord worden getraind. Ze gingen dan in opleiding bij het British Commonwealth Air Training Plan (BCATP) in Canada. De BCATP was een belangrijk programma voor het trainen van geallieerde luchtmacht-bemanningen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het werd aangestuurd door de regering van Canada en stond onder bevel van de Royal Canadian Air Force met de hulp van een raad van vertegenwoordigers uit het Verenigd Koninkrijk, Australië, Nieuw-Zeeland en Canada.

Op 231 locaties in heel Canada zijn scholen en faciliteiten. Veel van deze faciliteiten waren vliegvelden. In december 1939 wees de Canadese regering 24 bestaande vliegvelden aan, die konden worden gebruikt, waardoor er 80 nieuwe moesten worden gebouwd. Klaslokalen met woningen werden gevorderd van universiteiten, hogescholen en andere provinciale instellingen. Basistrainingsfaciliteiten werden opgeëist van particuliere scholen en gemeentelijke overheden. Deze "geleende" faciliteiten werden waar nodig uitgebreid met nieuwbouw.

Als beginnend militair werd je geplaatst in een centrale basis, een 'Manningdepot' genaamd. Als eerste moest je leren in het gareel te lopen. Dat hield in dat je o.a. moest leren marcheren. Je moest voetoefeningen doen en leren salueren. Natuurlijk ook leren om met wapens om te gaan. Maar ook kreeg je daar lichamelijke opvoeding. Je moest de hygiëneregels van het leger leren en er altijd netjes uitzien. Dus scheren, op tijd in bad, je bed en je kast moesten altijd keurig netjes zijn. En je laarzen moesten zijn gepoetst, je knopen moesten glimmen en het uniform moest strak en keurig zijn.

En daarnaast kregen de militairen ook algemeen onderwijs aangeboden, om iedereen op een bepaald niveau van kennis te brengen. Daar werd je dan weer op beproefd om je bekwaamheid in kaart te brengen. Dit was de RCAF-classificatietest.

Na vier of vijf weken vooropleiding, kwam je voor een selectiecommissie die bepaalde of je in een vliegtuig-bemanning of grondbemanning zou worden geplaatst. Kandidaten voor een "Wireless Air Gunner" gingen rechtstreeks naar een Wireless School. Kandidaten van "Air Observer" en "Pilot" gingen naar een Initial Training School.

Om al die Stagiairs bezig te houden kon je tijdelijk te werk gesteld worden in een fabriek om bouten en moeren te tellen, of je werd als bewaker aangesteld bij de RAF-faciliteiten, Maar ook in het onderhoud, het schoonmaken, poetsen of in het schilderwerk werden mensen aan het werk gezet. Deze werkzaamheden konden enkele maanden of langer duren.

Jim in zijn element, tijdens zijn opleiding aan boord van een Anson bommenwerper
Jim in zijn element, tijdens zijn opleiding aan boord van een Anson bommenwerper


Men kon bemanningen niet opleiden voor álle taken in een vliegtuig. Daarom kreeg men vaak een opleiding die uit twee vaardigheden bestond. Je wist nooit wat er tijdens een missie kon gebeuren en dan kon je de taak van een ander bemanningslid overnemen wanneer deze daar niet meer toe in staat was. Naast een hoofdtaak kregen meerderen de opleiding 'Airgunner' ernaast.

Ongetwijfeld heeft Richards al zijn opleidingen met succes afgerond en zal hij na zijn overplaatsing naar Engeland nog verdere vervolgopleidingen gehad hebben. 

Maar vanaf oktober 1942 dient hij bij het 75th squadron gestationeerd op RAF New Market. In de database van dit squadron vinden we zijn naam enkele keren.

Het eerst, op 15 oktober 1942, bij een aanval op doelen bij Keulen. Hij valt in als frontschutter, vóór in de neus van een Wellington bommenwerper (Mk.III X.3936) bij een Nieuw Zeelandse piloot

P/O Gerald Howard Jacobson RNZAF NZ41333

Sgt David Wellington, RNZAF NZ405459 - Verkenner.
Sgt. Norman Young, RAFVR 1265860 - Telegrafist.
Sgt. James Leonard Richards, RCAF NZ404946 - Frontschutter.
Sgt. Jack Russell Oliver, RAFVR 1312946 - Staartschutter.

Vertrek 19:20 - geland 00:10 - Vliegtijd 04:50

Wat zal er door hem heen zijn gegaan als hij enkele maanden later ongetwijfeld heeft gehoord, dat op 17 december dit vliegtuig wordt neergeschoten waarbij de gehele bemanning omkomt'.

Op 10 april 1943, zien we Richards aan boord van de Stirling BF 455 van de Canadese Flight sergeant Charles Arnold Rothschild, samen met de voor ons bekende Eric Grainger en de gebroeders Tod. Het wordt een missie die uitloopt op het neerstorten van het vliegtuig in de Noordzee vlak voor de Engelse kust, maar gelukkig overleven ze het allemaal. (Zie het verslag bij de gebroeders Tod.)

Vertrek 23:55 - crash in zee 07:15 - vliegtijd 07 uur en 20 minuten

Op april 1943 vliegt Richards mee in de Stirling BF377.Opdracht: Mijnen leggen voor de Friese eilanden. Het verslag ervan vertelt:

Vijf vliegtuigen werden aangewezen om de bovengenoemde operaties uit te voeren, met mijnen van 1500 pond. Een van vliegtuigen keerde vroeg terug vanwege motorpech en de rest lieten met succes hun mijnen vallen in het uitgekozen gebied en men zag dat de parachutes opengingen. Geen confrontatie met een vijandelijk vliegtuig, afweergeschut of zoeklichten. Er was een zware bewolking en af en toe regende het in het mijngebied, hoewel het zicht goed was, behalve enige nevel. De navigatie was uitstekend.

Vertrek 01:23 - geland 05:20 -- Vluchttijd 03:57

Dan zien we Richards bij de bemanning van de BF459 op 4 mei 1943- Hun opdracht was een aanval op doelen bij Dortmund. Er werden tien vliegtuigen ingezet om de bovengenoemde doelen aan te vallen. Eén vliegtuig kon echter niet opstijgen vanwege motorpech. De bombardementen van de overgebleven vliegtuigen waren succesvol, met uitzondering van twee die vanwege motorpech voortijdig terugkeerden. Er werden grote branden en explosies gezien, die vanuit het midden van het doelgebied leken te komen. Er was enig luchtafweergeschut en er waren zoeklichten, maar ze werkten niet effectief. Er werden een paar vijandelijke vliegtuigen gezien, maar er vonden geen gevechten plaats. Er was geen bewolking aanwezig in het doelgebied en het zicht was goed. Het zicht op de locatie werd beperkt door de rook van de branden. De navigatie was uitstekend.

Sgt. Alfred John Thomas, RAFVR 1394123/ 149999 - Pilot.
Sgt. Hector Alisdair 'Paddy' Stewart, RAFVR 1029882 - Navigator.
Sgt. James Leonard Richards, RNZAF NZ404946 - Air Bomber.
Sgt. R.H. Boxell, RAFVR 1331932 - Wireless Operator.
Sgt. John William Gale, RAFVR 1271102 - Flight Engineer.

Sgt. John Hubert O'Farrell, RAFVR 1796043 - Mid Upper Gunner.
Sgt. A.E. Parker, RAFVR 1313969 - Rear Gunner.

Richards wordt uit deze bemanning gehaald en vervangen door een ander Nieuw-Zeelandse bommenrichter R.W.A. Cumpsty. Ook de staartschutter wordt vervangen door ene E.F. Henry. Deze bemanning is succesvol tot 30 juli 1943. Dan bij een actie bij Reimscheid worden ze neergeschoten. Twee bemanningsleden, 'Paddy' Stewart en R.H. Boxell, overleven dit en worden krijgsgevangen gemaakt. William Gale en John O'Farrell komen om en worden begraven op het Reichswald Forest Cemetry. De overige drie bemanningsleden, Ernest Henry, de piloot Alfred Thomas en de Nieuw-Zeelandse bommenrichter, Fredrick Cumpsty zijn blijvend vermist geraakt.  

Een foto van enkele bemanningsleden van George Helm, genomen na hun samenstelling bij No.11 Operational Training Unit, begin 1943.  Achterste rij, van links naar rechts:  Arthur Bishop (W/Op), George Helm (Pilot) en Joe Fisk (A/B).  Voorste rij: v.l.n.r. Fred Harries (AG) en Don Stewart (Nav).  © Maris Shutt
Een foto van enkele bemanningsleden van George Helm, genomen na hun samenstelling bij No.11 Operational Training Unit, begin 1943. Achterste rij, van links naar rechts: Arthur Bishop (W/Op), George Helm (Pilot) en Joe Fisk (A/B). Voorste rij: v.l.n.r. Fred Harries (AG) en Don Stewart (Nav). © Maris Shutt


Op 29 mei 1943 zien we Richards weer invallen als Bommenrichter. Hij valt in voor een zeker Fisk aan boord van de Stirling Mk.III BK777 AA-U van gezagvoerder Sgt. George Vincent Helm, in een aanval tegen doelen in Wuppertal. Er is verslag van gemaakt. Twintig vliegtuigen moesten de bovengenoemde operatie uitvoeren met verschillende bommen. Eén vliegtuig kon niet opstijgen omdat de achterste koepel onbruikbaar was, en twee keerden eerder terug. Vier vliegtuigen keerden niet terug van de missie. De overige dertien vliegtuigen lieten met succes hun bommen in het doelgebied vallen. Er werden zeer grote branden gezien en ook enkele grote explosies. Ook, zo nu en dan, was er zwaar luchtafweer geschut. Er werden geen zoeklichten gezien. Een paar vijandelijke vliegtuigen werden gezien en er vond één kort gevecht plaats, maar er werd geen schade opgelopen. Het weer was goed in het doelgebied, maar het zicht werd belemmerd door de rook van de branden. De navigatie was erg goed.


Vliegtuigen die niet terugkeerden waren de Stirlings Mk.III BK776, aangevoerd door P/O R.F. Bennett, Mk.I EF398, aangevoerd door F / O. R.B. Vernazoni, MK.III EH881 aangevoerd door Sgt. J.H. Carey en Mk.III

Bf561 aangevoerd door Sgt. S.R. Thornley. Vertrokken om 23:24 uur. Weer geland om 04:01. Vliegtijd 04:37 uur

Deze Helm voert samen met zijn bemanning nog vele acties uit, maar op 31 augustus van datzelfde jaar wordt hun vliegtuig tijdens een bombardement op Berlijn getroffen door een bom uit een ander vliegtuig dat boven hen vloog. Hun vliegtuig stort neer ongeveer 18 mijl ten zuidzuidwesten van Berlijn bij Ludwigsfelde-Heide. Vijf bemanningsleden komen om. De mitrailleurschutters Harries en Moore kunnen zich in veiligheid brengen met hun parachute. Ze worden krijgsgevangen gemaakt.

Dan, vanaf begin juni 1943, komt James Leonard Richards aan boord van de Stirling EH889 onder commando van Thomas Fraser McCrorie. Wederom als bommenrichter en frontschutter.